Schouder
Op het spreekuur van de kaderhuisarts bewegingsapparaat stuurt u ons geregeld een bijzondere casus.
Voor het onderzoek gaan we uit van de NHG-standaard Schouderklachten.
De uitzonderingen willen we graag met u delen.
Op het spreekuur van de kaderhuisarts bewegingsapparaat stuurt u ons geregeld een bijzondere casus.
Voor het onderzoek gaan we uit van de NHG-standaard Schouderklachten.
De uitzonderingen willen we graag met u delen.
CASUS MEVROUW PIETERS
Mevrouw Pieters, 55 jaar, bezoekt uw spreekuur voor de derde maal vanwege haar pijnlijke rechterschouder. Drie maanden geleden zag u haar voor het eerst, waarbij u conform de NHG-standaard schouderklachten de diagnose subacromiaal pijnsyndroom stelde. U adviseerde haar om te starten met pijnstilling en oefentherapie bij de fysiotherapeut. Zes weken later zag u haar terug omdat ze te veel pijn bleef houden. Daarop heeft u een corticosteroïdinjectie in de subacromiale ruimte gezet en haar geadviseerd door te gaan met oefentherapie. Vandaag blijkt dat ze, hoewel de injectie aanvankelijk een goed resultaat gaf, nog steeds hinderlijke pijn heeft. Volgens het verslag van de fysiotherapeut is verder behandelen nu niet zinvol. Uit de anamnese en het lichamelijke onderzoek blijkt dat mevrouw nog steeds een subacromiaal pijnsyndroom heeft.
De patiënt is enkele maanden geleden gevallen op de rechter schouder. Hij heeft aanhoudend klachten van schouder en nek, ook snachts.
Hij kan de schouder goed bewegen. Bij onderzoek geen afwijkingen bij exorotatie en ook niet bij abductie.